Het laatste feestje

In de avond van de 11e van de 11e worden wij gebeld door Robert, hij vraagt onze hulp, omdat zijn vader Hugo kort daarvoor het leven heeft gelaten. Samen met mijn collega rijden we naar het woonhuis van de familie. De familie is, samen met de thuiszorg, de laatste zorg aan het verlenen en wij krijgen een plekje aan de grote keukentafel bij de rest van de familie.
Al snel krijgen wij te horen dat Hugo een gezellige man was, een kleurrijke persoonlijkheid en hij hield van een feestje. Hugo was een carnavalsvierder in hart en nieren, altijd vrijwilliger geweest bij de carnavalsvereniging, actief in diverse commissies en oud-prins van de vereniging. Hugo kende veel mensen en veel mensen kenden Hugo. Na een lange periode van afnemende gezondheid heeft hij zijn eigen moment gekozen om het leven te verlaten, voor Hugo een bijzondere datum de 11e van de 11e, het begin van het carnavalsseizoen. Een datum die altijd omcirkeld stond in de agenda van Hugo, met de carnavalsvereniging werd er dan afgereisd naar diverse feestlocaties in binnen- of buitenland.
De opbaring van Hugo is thuis in zijn vertrouwde omgeving, waar hij ruim 60 jaar heeft gewoond. Met zijn enige kind Robert bespreken wij de wensen die zijn vader kenbaar gemaakt heeft over zijn afscheid. ‘’Het mag een feestje worden’’ waren de woorden van Hugo. Een condoleance in zijn eigen woning, een informele afscheidsdienst in zijn vaste stamcafé, met een hapje en drankje en aansluitend een begrafenis op de plaatselijke begraafplaats.
In de dagen tot aan het afscheid worden vele voorbereidingen getroffen, persoonlijke spullen van Hugo versieren zijn kist, zijn onderscheiding van de periode dat hij Prins Carnaval was, hangt aan het voeteneinde, zijn steek van de prinsengarde pronkt op de kist en in de bloemstukken zijn diverse carnavaleske attributen te vinden. Bij het verlaten van het erf delen de noabers geen bidprentjes uit maar een ‘’laatste borreltje van Hugo’’.
Wanneer vele mensen hun steun komen betuigen tijdens de condoleance klinkt er zachtjes carnavalsmuziek op de achtergrond, vele mensen brengen een laatste groet aan Hugo.
De volgende ochtend vertrekken wij vanaf het woonhuis naar het stamcafé. Hugo wordt uitgeleide gedaan door de oud-prinsen van de carnavalsvereniging. Zij staan in vol ornaat in een erehaag langs de oprit. In het café worden vele herinneringen en anekdotes gedeeld en alvorens iedereen nog een keer een groet kan brengen aan Hugo wordt er een toost uitgebracht op deze kleurrijke man die het leven heeft gevierd.
In een klein gezelschap begeleiden wij Hugo naar de plaatselijke begraafplaats, de kleurrijke bloemen versieren zijn graf. De trompettist van het dweilorkest van de vereniging speelt hier ter gelegenheid het ‘’II Silenzio’’. En aan het tijdelijk geplaatste kruis op het graf hangt de onderscheiding van zijn jaar als Prins Carnaval.
Alaaf Hugo!
Wil je meer informatie of heb je speciale wensen?
Neem dan contact met ons op, dit kan ook door te bellen of stuur een e-mail.
